Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AY8065

Datum uitspraak2006-09-13
Datum gepubliceerd2006-09-13
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/460617-05
Statusgepubliceerd


Indicatie

Apeldoornse verdachte vrijgesproken van diefstal met geweld. De officier van justitie heeft tijdens de inhoudelijk behandeling van de zaak al vrijspraak gevorderd en de raadsman heeft een daartoe strekkend verweer gevoerd.


Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN Sector Straf Meervoudige kamer Parketnummer: 06/460617-05 Uitspraak d.d.: 13 september 2006 Tegenspraak / dip Na aanhouding: niet verschenen / oip, Raadsman bepaaldelijk gemachtigd (art. 279 WvSv.) VERKORT VONNIS in de zaak tegen: [verdachte], geboren te [plaats] op [geboortedatum], wonende te [adres]. Onderzoek van de zaak Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 30 augustus 2006. De tenlastelegging Aan verdachte is ten laste gelegd dat: 1. hij op of omstreeks 08 november 2005 te Apeldoorn gedurende de nachtelijke uren, ongeveer om 2.30 uur, in/uit een woning, perceel [adres], met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een damestas en/of een bankpas en/of een creditcard en/of een rijbewijs en/of diverse gouden en/of zilveren sieraden (waaronder meerdere, althans een ketting(en) en/of (een) armband(en) en/of (een) ring(en)) en/of een geldbedrag en/of twee, althans een mes(sen) en/of een DVD-speler en/of een sleutel, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die eerder genoemde goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, te weten door een ruit en/of een raam te forceren, althans te verbreken en/of welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte: - die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal in het gezicht, althans tegen haar lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of - meermalen, althans eenmaal meerdere, althans een mes(sen), althans (een) scherp en/of puntig voorwerp(en) in de richting van die [slachtoffer] heeft gehouden en/of aan die [slachtoffer] heeft getoond en/of - meermalen, althans eenmaal de woorden aan die [slachtoffer] heeft toegevoegd: "Ga liggen jij. Rustig blijven anders gebeuren er ongelukken. Als de code niet goed is, doe ik paf paf en hebben de kleinkinderen geen oma meer. Ik bind je vast als je niet rustig blijft.Ik ga nu naar de bank en als het niet klopt dan bel ik [naam vriend] met de paf paf en dan is het gebeurd", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of - (vervolgens) de telefoonlijn heeft doorgesneden en/of - met kracht een armband van de arm van die [slachtoffer] heeft afgetrokken en/of gerukt en/of - (daarbij) aan die [slachtoffer] de woorden heeft toegevoegd: "waar is het geld en de juwelen en de tas", althans woorden van gelijke (dreigende aard) aard en/of strekking; art 312 lid 2 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht art 310 Wetboek van Strafrecht 2. hij op of omstreeks 08 november 2005 en/of 9 november 2005 te Apeldoorn, in elk geval in Nederland met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit betaalautomaat en/of een pinautomaat heeft weggenomen 250 euro, althans een geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of de ABN Amro bank, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel; art 310 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht Vrijspraak De officier van justitie heeft gerequireerd dat verdachte vrij dient te worden gesproken van al hetgeen aan hem ten laste is gelegd en de raadsman heeft een eveneens daartoe strekkend verweer gevoerd. Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan. De verdachte behoort hiervan te worden vrijgesproken. In beslag genomen voorwerpen Nu er geen strafvorderlijk belang meer aanwezig is dat zich daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van de na te melden voorwerpen. Vordering tot schadevergoeding De benadeelde partij [slachtoffer] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 1.361,-- terzake geleden immateriële schade (conform het advies van Slachtofferhulp Nederland) gevoegd in het strafproces ten aanzien van het tenlastegelegde. De benadeelde partij zal niet ontvankelijk worden verklaard in haar vordering, nu verdachte zal worden vrijgesproken van het tenlastegelegde. De benadeelde partij kan derhalve haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter. Beslissing De rechtbank beslist als volgt. Verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair en 2 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij. Gelast de teruggave van de inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: - een paar schoenen, Greyhounds, maat 42, kleur zwart/grijs; - een lederen jas, kleur zwart; - een paar schoenen, Klondike, kleur bruin; - een spijkerjas, kleur blauw; - een trui, kleur donkerblauw met wit logo; - een spijkerbroek, kleur vaal blauw. Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] niet ontvankelijk in haar vordering. Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis. Aldus gewezen door mrs. Elders, voorzitter, Krijger en Lagarde, rechters, in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 13 september 2006.